Wat is de betekenis van SLUITREDE?

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SLUITREDE

v. (-nen), 1. syllogisme, gevolgtrekking met de daartoe leidende redenering ; —valse sluitrede, sofisme ; 2. rede om een bijeenkomst, een tentoonstelling enz. te sluiten (tgov. openingsrede).

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

sluitrede

v. sluitredenen (syllogisme).

2024-04-25
Woordenboek voor praktische kennis

Dr. L.M. Metz (1937)

Sluitrede

Besluit en slotsom van een redeneering. Valsche sluitrede, sophisme. Er bestaat een logica des harten, hoog verheven boven berekeningen en sluitredenen.

2024-04-25
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Sluitrede

reeks oordeelen, die op grond v. 2 praemissen tot conclusie leidt.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

sluitrede

('sluit)v.(-nen,-s) 1. rede(voering) waarmede men iets sluit. Tgst. openingsrede. 2. keten van oordelen bestaande uit twee gegeven oordelen of premissen, waaruit een besluit of konklusie getrokken wordt: in de (1) alle mensen zijn sterfelijk, (2) welnu Petrus is een mens, (3) dus is Petrus sterfelijk, zijn 1 en 2 premissen, 3 is de konklusie;...

2024-04-25
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Sluitrede

Sluitrede - zie SYLLOGISME.

2024-04-25
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Sluitrede

gevolgtrekking, uit een of meer stellingen gemaakt.

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

SLUITREDE

SLUITREDE - v. (-nen), syllogisme, eene keten van oordeelen, welke onderling samenhangen, doordien een bijzonder onder een algemeen oordeel gebracht, en uit de betrekking tusschen beide een besluit of conclusie getrokken wordt; valsche sluitrede, sophisme.