Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 18-02-2020

slim

betekenis & definitie

bn. en bw. (-mer, -st)

1. bedenkelijk, gevaarlijk : zijn toestand wordt -.
2. vlug in het bedenken van hulpmiddelen en uitwegen, in het raden enz. : een -me kerel, rat, vos; dat heb je gedaan; wie niet sterk is, moet wezen; iemand te (af) zijn, zo slim, dat hij er niet tegen opgewassen is; niet -, niet van de -sten zijn, eufemisme voor dom zijn. Syn. → arglistig. → rat, rog.
3. van het slim (2) zijn getuigend een -me trek.

< >