simultaan

betekenis & definitie

(simul'ta:n) bn. (...tane) en bw. [Fr. < Lat. simul, tegelijk] gelijktijdig, simultaankerk v. (-en) kerk zowel voor de katolieken als de hervormde godsdienst gebruikt, simultaanpartij v. (-en) schaakpartij van of met een simultaanspeler. simultaanschool v. (...scholen) school waaraan onderwijzers van verschillende godsdienst verbonden zijn. simultaanspeler m. (—s) schaakspeler die verschillende partijen tegelijk speelt, simultaneïteit (simultaneï'teit) v. gelijktijdigheid. Sin Assyrisch-Babylonische maangod. sin. afkorting van : * sinus.