Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 18-02-2020

sier

betekenis & definitie

II (si:r) v. [< sieren] opschik, sieraad ('si:ra:t) o. (sieraden) I. Eig. 1.

Algm. wat siert, wat de schoonheid verhoogt : de ... raden van het altaar ; de bloem is het van de tuin. Syn. * opschik. 2.

Im. voorwerp van edel metaal, edelstenen enz. waarmee men zich tooit : met de koninklijke ...raden gesmukt. II.

Metf. geestelijke schoonheid, eer. luister : hij was het van de hogeschool.

< >