('schuchtər) bn. en bw. (-der, -st) [schuwen]
1. bang de aandacht te trekken, zich te doen gelden : een -e jongen; kioken.
2. getuigend van het schuchter zijn : een glimlachje. Syn. ➝ angstvallig.
Gepubliceerd op 18-02-2020
betekenis & definitie
('schuchtər) bn. en bw. (-der, -st) [schuwen]
1. bang de aandacht te trekken, zich te doen gelden : een -e jongen; kioken.
2. getuigend van het schuchter zijn : een glimlachje. Syn. ➝ angstvallig.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: