(schre.f) v. (schreven; -je)
I. Eig. kras, streep nl.
1. waarmede men een maat afzet of een grens aangeeft: geef met een de lengte van de plank aan; een -je voorhebben, enig voorrecht hebben.
2. waarmede men iets doorhaalt; ergens een door halen, het als niet meer bruikbaar beschouwen of er niet meer op rekenen.
II. Metn. grenslijn, perk, vooral in uitdrukkingen : buiten -, de perken te buiten gaande, te ver; over de gaan, buiten de perken van het geoorloofde. III. Metf. [van I] kier: de deur staat op een -.