('sa:mən) v. (-en)
I. Eig, het samenstellen.
II. Metn,
1. a. Algm. Veroud. het samengestelde, toestel, b. Inz. woord uit twee of meer woorden samengesteld : hoogmoed is een -en met werkwoorden zijn scheidbaar of onscheidbaar.
2. wijze waarop iets samengesteld is : de van water.