Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 04-02-2020

ruimen

betekenis & definitie

(‘ruimən) (ruimde, geruimd)

I. (heeft)
1. ledig, schoon maken : een sloot, een gaarbak, een gemak -; de tafel was geruimd.
2. wegdoen, verwijderen : sneeuw -; bezwaren uit de weg -. → weg.
3. verlaten : een huis aan, ten behoeve van, voor iemand - of de, zijn plaats -. → krijt, plaats.

II. (is) ruim (A 21. 22) worden : de wind gaat -. Tgst. krimpen.

< >