('rontjə) o. (-s) I. vklw. van rond (II) o. a.
1.klein rond figuurtje : -s uitknippen.
2. klein eind wegs : willen wij dat eens omwandelen.
II. vklw. van ronde (C)
1. Algm. kleine beweging in het rond : een paar -s dansen.
2. Inz. a. beurt voor ieder van de kaartspelers : kom, nog een -! een spelen, b. glas bier of borrel voor ieder van de kring of het gezelschap: een geven, betalen.