Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 04-02-2020

roesten

betekenis & definitie

('roestən) (roestte, geroest)

I. (is)
1. met roest overdekt worden : ijzer roest licht.
2. slijten : oude liefde, vriendschap roest niet.
3. sterk vastzitten: ergens op geroest zijn, zitten.
4. door de roest (I 2) aangetast worden : is het koren aan het -?

II. (heeft) 1. op de roest (II 1) zitten : de kippen gaan -. 2. Jacht. op boomtakken zitten.

< >