roesten
roesten - regelmatig werkwoord uitspraak: roes-ten 1. met roest bedekt worden ♢ als je dit ijzer buiten legt, gaat het roesten 1. oude liefde roest niet [de liefde die je vroeger voor iemand gevoel...
Muiswerk Educatief (2017)
roesten - regelmatig werkwoord uitspraak: roes-ten 1. met roest bedekt worden ♢ als je dit ijzer buiten legt, gaat het roesten 1. oude liefde roest niet [de liefde die je vroeger voor iemand gevoel...
Van Dale Uitgevers (1950)
(roestte, heeft geroest), (van kippen) op de roest, op stok gaan zitten; — (jag.) op boomtakken of elders rusten of slapen.
M. J. Koenen's (1937)
roestte, is geroest; van metalen, met roest overdekt worden: ijzer roest licht, krijgt gauw roestvlekken; Rust roest.
Jozef Verschueren (1930)
('roestən) (roestte, geroest) I. (is) 1. met roest overdekt worden : ijzer roest licht. 2. slijten : oude liefde, vriendschap roest niet. 3. sterk vastzitten: ergens op geroest zijn, zitten. 4. door de roest (I 2) aangetast worden : is het koren aan het -? II. (heeft) 1. op de roest (II 1) zitten : de kippen gaan -. 2. Jacht. op boomtakk...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
1. (roestte, is geroest), met roest bedekt worden: de edele metalen roesten niet; oude liefde roest niet, vergeet men niet; (spr.) rust roest, eig. van werktuigen die ongebruikt blijven en roesten; wie niet actief blijft, wordt stram of verliest zijn kennis en kundigheid. 2. (roestte, heeft geroest), (van kippen) op stok zitten, slapen; (jagersterm...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: