('roepər) m. (—s) 1. Eig. hij die roept: omroeper. 2.
Metn. instrument, hoorn om door te roepen, te spreken.
Gepubliceerd op 04-02-2020
betekenis & definitie
('roepər) m. (—s) 1. Eig. hij die roept: omroeper. 2.
Metn. instrument, hoorn om door te roepen, te spreken.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: