Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 04-02-2020

retraite

betekenis & definitie

(rə'trɛ:tə) v. (–s) [Fr. < Lat. retrahere d. i.]

I. Eig. het zich terugtrekken nl.
1. af-, terugtocht : – blazen, slaan.
2.
a. afzondering van de wereld.
b. Kat. geestelijke afzondering : open, gesloten –; een – doen, geven, houden; aan een – deelnemen; in – gaan; in, op – zijn.

II. Metn. plaats waar men zich terugtrekt, wijk-, rustplaats.