Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 13-02-2020

regent

betekenis & definitie

(rə'gent) m. (-en) [Fr. < Lat. regere. besturen]

I.Eig.
1. Algm. bestuurder, beheerder: de van een weeshuis, een liefdadigheidsgesticht.
2. Inz.
a. rijksbestuurder tijdens de minderjarigheid, krankzinnigheid enz. van een vorst: de Hertog van Orlians was tijdens de minderjarigheid van Lodewijk X V van Frankrijk.
b.in de Republiek der Verenigde Nederlanden (XVIIIde eeuw) lid der regerende aristokratie.
c. leraar aan een middelbare school in België,
d. inlands hoofd van de hoogste rang op Java.

II. Metn. Regent [Hertog van Orléans, → I 2 a] grootste diamant in de Franse koningskroon.

< >