Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 13-02-2020

rank

betekenis & definitie

I. [~ rekken]

A. v. (-en; -je) [~ rekken]
I. Eig. iets gerekts nl.
1. slanke twijg: een wijnstok vol -en; de -en van de ➝ druif.
2. Plantk. uitloper.

II. Metf. rankvormig sieraad: -en in kantwerk.

B. bn. en bw. (-er, -st) lang en smal: van gestalte, van leest; een -e boot.

Syn. ➝ dun. III. v. alleen als mv. ranken [Fakt. van wringen] W. g. list: honger zoekt -en.

< >