rank
rank - bijvoeglijk naamwoord 1. tenger en sierlijk ♢ dat dikke kind is opgegroeid tot een rank meisje Bijvoeglijk naamwoord: rank ... is ranker dan ... de/het ranke ... iets ran...
Muiswerk Educatief (2017)
rank - bijvoeglijk naamwoord 1. tenger en sierlijk ♢ dat dikke kind is opgegroeid tot een rank meisje Bijvoeglijk naamwoord: rank ... is ranker dan ... de/het ranke ... iets ran...
G. Th. van Kempen (1974)
hechtorgaan, veranderde stengel of blad. Takrank bv. bij wingerd, bladrank bij lathyrus (de bovenste jukken van samengesteld blad). Ze kunnen zich om steunen winden en de plant kan ermee klimmen, bv. druif.
H.J. Terblanche - M.A., D. Litt
stingel wat op grond groei of teen iets opklim; uitspruitsel waaruit nuwe plante kan ontwikkel; gerank, op grond langs, teen iets op of om iets groei; ranke; skraal, slank.
Veerman (1954)
In de plantk. duidt men met dit woord uitsluitend hechtorganen aan, dus niet de rankende twijgen. Een r. is een dun, m.o.m. draadvormig plantendeel, dat zich bij aanraking van een steunsel daaromheen windt en zo de plant daaraan vasthecht. Bij sommige planten vormen de uiteinden der vertakte r. kleine napjes, hechtschijfjes, die aanvankelijk aan he...
Fa. A.J. Osinga (1952)
1. s., rank(e), range, slinger. 2. adj., rank, rang, klien, fyn; (van een boot), kantelich, wif.
Dr. F.P.H. van Wely (1951)
I. rang, graad; rij, gelid; (maatschappelijke) stand; standplaats [huurrijtuigen]; other ranges, militairen beneden de rang van sergeant; the ranks, de gelederen; de grote hoop; the rank and file, 1. de minderen; 2. fig de grote hoop; de gewone man; the rank and fashion, de beau monde; reduce to the ranks, degraderen; rise from the ranks, uit de ge...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: