I. (pu'pil) v. (-len; -letje) [Fr. < Lat. pupilla] beweeglijke opening in het midden van (het regenboogvlies van) het ➝ oog, waardoor de lichtstralen in het binnenste van het oog dringen: onder de invloed van het licht kan de zich vernauwen of verwijden.
II. (pu'pil) m. en v. (-len; -letje) [Fr. < Lat. pupillus]
1. minderjarige onder voogdij.
2. Uitbr. pleegzoon, pleegdochter.