Wat is de betekenis van pupil?

2024-03-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

pupil

pupil - zelfstandig naamwoord uitspraak: pu-pil 1. zwart rondje middenin je oog ♢ de pupil wordt groter als het donker wordt 2. kind voor wie je verantwoordelijk bent ♢ de leraar legt zijn pupil...

2024-03-28
Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen en Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

pupil

Het zwarte rondje midden in je oog, waardoor het licht naar binnen komt (uitspraak: puu-PIL). De pupil zit in het midden van je iris (regenboogvlies). De iris regelt de hoeveelheid licht die door de pupil in het oog komt door zich samen te trekken of wijder te worden. In het zonlicht is de pupil twee millimeter groot, in het donker ongeveer acht mi...

2024-03-28
Atletiek- en turnwoordenboek

Jan Luitzen (2008)

pupil

(de; -len) 1 TU - leeftijdscategorie in België: 8 jaar (ook ‘instap’ genoemd); in Nederland zijn er de leeftijdscategorieën ‘pupil 1’ (10 jaar) en ‘pupil 2’ (11 jaar), die in België ‘miniemen’ worden genoemd (10-11 jaar). 2 SP - jeugdlid van een (sportvereniging in algemene zin.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Pupil

[Lat. pupillus = onmondige wees, verklw. van pupus = knaap] 1 pleegkind; leerling (t.o.v. leraar); 2 oogappel, lieveling; 3 opening in het regenboogvlies van het oog die de binnentredende hoeveelheid licht kan regelen.