('pot) o. (...loden; -je) [gelijkt op lood en wordt tot het bakken van potten d. i. smeltkroezen gebruikt]
I. Eig. gekristalizeerde vorm van koolstof, van een metaalachtige glans en vettig in het aanvoelen, grafiet: wordt o. a. in Siberië gevonden.
II. Metn.
1. potloodpoeder : wordt gebruikt voor het zwart en glanzend maken van kachels.
2. van hout omgeven staafje potlood om mede te schrijven, te tekenen enz.: de punt, de stift van een ; een zwart, paars -; een zacht, hard -; inktpotlood; een punt aan zijn slijpen; vulpotlood.