(po'lisi) (-s) [Lat. politia]
I. v. Eig, toezicht op de openbare orde en veiligheid : reglement, voorschrift van -.
II. Metn.
1. v. gezamenlijke ambtenaren daarmee belast : de van de stad; de geheime -; de geheime die misdadigers opspoort heet recherche; de hulp van de inroepen; de halen; iemand voor de brengen; met de in aanraking komen.
2. m. politieagent.