Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 13-02-2020

pijnlijk

betekenis & definitie

('pijnlək) bn. en bw. (-er, -st)

1. lichaamspijn lijdend : ik ben wat van een stijve nek; worden van het lang zitten.
2. lichaamspijn, zeer doend: -e wonden; een lichaam; -e handen; een -e zwelling; iets -s; een -e operatie; zijn; een -e stap; geraakt; lopen; een -e dood sterven.
3. blijk gevend of een gevolg zijnd van lichaamspijn : -e geluiden, gelaatstrekken.
4. smart veroorzakend : een -e toestand, omgang; het bleek daarover te spreken; iets vinden; dat valt hem -; die teleurstelling is te -; een -e gedachte, herinnering; een begeren; -e onrust; het was een ogenblik; een -e stilte; het -e van iets ondervinden; iets -s aandoen, treffen.
5. in een smartelijke toestand brengend : een geval.
6. blijk gevend of een gevolg zijnd van smart : een stille, -e grimlach; kijken, zien, lachen; zijn gelaat intrekken.
7. moeilijk, bezwaarlijk : zijn gang werd -; voortkruipen.
8. uiterst zorgvuldig, overnauwkeurig : met -e zorg alles nagaan; een vorser.
9. last hebbend, verdrietig : het kind is wat -.