('pikkolo) [It.]
I. bn. klein.
II. m. (-’s; ...lootje) kleine persoon of zaak nl.
1. kleine koffiehuis-, hoteljongen.
2. piccolofluit.
3. kaartspel waarbij men slechts één slag wil halen : spelen, gaan.
Gepubliceerd op 13-02-2020
betekenis & definitie
('pikkolo) [It.]
I. bn. klein.
II. m. (-’s; ...lootje) kleine persoon of zaak nl.
1. kleine koffiehuis-, hoteljongen.
2. piccolofluit.
3. kaartspel waarbij men slechts één slag wil halen : spelen, gaan.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: