(perso'ne:l) [Fr.]
I. bn. (...nele) en bw.
1. persoonlijk : het abonnement is strikt -; ...nele redenen; zijn ...nele belangen behartigen; omstandigheden die haar aangaan. → statuut, unie.
2. van een persoon geheven : ...nele belasting.
II. o.
1→ [personeel I 1] gezamenlijke personen die ergens in dienst zijn : het vermeerderen, verminderen; in vaste, tijdelijke dienst; met bedoelt men dikwijls de dienstboden; school-, winkelpersoneel.
2. [personeel I 2] personele belasting : hij heeft zijn -og niet betaald; de wet op het -.