(’pe:gəl) m. (-s; -tje) [vklw.van peg]
I. Eig. puntig toelopend voorwerp nl.
1. ijskegel: er hangt een grote aan de goot.
2. Gew. puntig toelopende pen.
II. Metn. [van I 2] [oorspronkelijk een pen die dwars door de kan liep] merkteken boven in maten voor vloeistoffen : de kan is tot de vol.