Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 13-02-2020

overstromen

betekenis & definitie

I. ('o:vər) (stroomde over. heeft overgestroomd)

1. over de rand stromen : het water, de emmer stroomde over.
2. vol zijn : zijn mond stroomt over van lof.

II. ('stro:mən) (overstroomde, heeft overstroomd)

1. stromend overdekken : de rivier heeft het gehele land overstroomd.
2. druk voorzien : onze markt wordt met buitenlands fabrikaat overstroomd.
3. druk bezoeken : Californië werd door goudzoekers overstroomd.

< >