(orga'nismə) o. (-n, -s)
1. Eig. organische bouw van een levend wezen : het dierlijk -.
2. Metn. wezen met organisme (1) : de mens is een prachtig -.
3. Metf. systematisch samenstel, geheel: een ekonomisch -; een staat is een -; de taal is een levend -.