Synoniemen zoeken
Synoniem van organisme
Synoniem van 'n ander trefwoord
Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
organisme
organisme - levend wezen. Het kleinste organisme heet een cel (zie aldaar). Een plant kan door foto- of chemosynthese uit anorganische stoffen organische opbouwen. Loofplanten (zie aldaar) zijn een- of meercellige planten zonder wortels, stengels en bladeren (Thallophyta). Zijn er wel wortels, stengels en bladeren (Cormophyta), dan gebruik je ook het woord plant (zie aldaar). Splijtzwammen zijn eencellig en behoren tot de klasse Schizomycetes. Bevat de celwand van de splijtzwam het mucopeptide-complex, dan is het een bacterie (zie aldaar). Micro-organismen of microben zijn alleen met een microscoop waar te nemen. Een virus heeft geen stofwisseling en bestaat uit nucleoproteïnen die in levende cellen worden vermeerderd, meestal met het gevolg dat die cellen worden gedood; een faag tast bacteriën aan en vernietigt ze meestal. Een organisme dat door bevruchting ontstaat, wordt in zijn eerste ontwikkelingsstadium een embryo genoemd (zie aldaar). In of op een ander organisme leven parasieten (zie aldaar), die van dat organisme hun voedsel betrekken. Dat andere organisme noem je de gastheer, of de waardboom als het een boom is. Een carnivoor of vleeseter eet alleen dierlijk voedsel. Tot de carnivoren behoren roofvissen en roofdieren (in de niettaxonomische betekenis); deze laatste leven op het land of zijn amfibie. Een monstruositeit (zie aldaar) is door een stoornis in het embryostadium misvormd geraakt. Uit weefsels van verschillende genetische oorsprong is een chimère of chimaera opgebouwd.
Zie: wezen.
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
organisme
organisme - zelfstandig naamwoord
uitspraak: or-ga-nis-me
1. levend wezen of levend deeltje
♢ ik het water zaten veel kleine organismen
Zelfstandig naamwoord: or-ga-nis-me
het organisme
de organismen of -s