('op) m. (-en)
I. Eig. het opgaan.
1. zichtbaar worden: de van de zon.
2. opgroeien: van het vlas; de van zijn leven; de van een volk; maken, bijval vinden.
II. Metn. datgene waarlangs men opgaat, trap: een bovenhuis met vrije -.
Gepubliceerd op 13-02-2020
betekenis & definitie
('op) m. (-en)
I. Eig. het opgaan.
1. zichtbaar worden: de van de zon.
2. opgroeien: van het vlas; de van zijn leven; de van een volk; maken, bijval vinden.
II. Metn. datgene waarlangs men opgaat, trap: een bovenhuis met vrije -.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: