Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 13-02-2020

opfrissen

betekenis & definitie

('op) (friste op, opgefrist)

I. (heeft)
1. weer fris maken: heeft de slaap je opgefrist?

Tgst. ➝ afmatten.

2. weer verlevendigen, te hulp komen: iemands geheugen -.

II. (is) weer fris worden: de lucht is merkelijk opgefrist; van zo'n glas bier fris je op; Iron. daar zal hij van -! dat zal hem tegenvallen.