Wat is de betekenis van opfrissen?

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

opfrissen

opfrissen - regelmatig werkwoord uitspraak: op-fris-sen 1. weer fris maken ♢ waar kan ik me opfrissen? Regelmatig werkwoord: op-fris-sen ik fris op (... ik opfris) jij/u frist op...

2024-03-29
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

opfrissen

- een gebouw opfrissen, vernieuwen, renoveren. Het koppel wilde het huis opfrissen en sloopte daarvoor enkele binnenmuren. - HN, 07-06-2002.

2024-03-29
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

opfrissen

(Een gebouw, een huis) vernieuwen, renoveren; soms bep.: een grote schoonmaakbeurt geven, restaureren, verbouwen (om het beter bewoonbaar te maken) enz.. Op 27 februari 1561 werd de eerste steen gelegd van het onlangs opgefriste Antwerpse stadhuis ... . Men stelt vast dat de rijke architektuur van de kunsthistorische steden verwaarloosd wordt en gr...

2024-03-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Opfrissen

v., opfrisse, -frisje.

2024-03-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Opfrissen

(friste op, heeft en is opgefrist), 1. (overg.) weer fris maken : de bloemen zijn door de regen weer aardig opgefrist; de aardbeien hebben ons lekker opgefrist;zich wat opfrissen, na verhitting of vermoeiing zich wat wassen en toilet maken; — abs.: dat frist op ; — fig.: iemands geheugen opfrissen...

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

opfrissen

friste op, h. (1), i. (2) opgefrist (1 fris maken; 2 fris worden); 1. een wandeling zal u wel wat opfrissen; iems. geheugen opfrissen, iem. iets in het geheugen terugroepen; 2. het is heel wat opgefrist na dit onweer; fig. en ir. daar zul je van opfrissen.

2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

opfrissen

('op) (friste op, opgefrist) I. (heeft) 1. weer fris maken: heeft de slaap je opgefrist? Tgst. ➝ afmatten. 2. weer verlevendigen, te hulp komen: iemands geheugen -. II. (is) weer fris worden: de lucht is merkelijk opgefrist; van zo'n glas bier fris je op; Iron. daar zal hij van -! dat zal hem tegenvallen.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

opfrissen

(friste op, heeft en is opgefrist). 1. (overg.) weer fris maken: de bloemen zijn door de regen weer aardig opgefrist; zich wat opfrissen, na verhit zijn of vermoeienis zich wat wassen en toilet maken; (fig.) iemands geheugen opfrissen, hem zaken weer in het geheugen terugroepen; zijn Engels opfrissen, zich er opnieuw op toeleggen, het ophalen; 2....