Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 13-02-2020

onzuiver

betekenis & definitie

(on'zuivər) bn. en bw. (-der, -st)

1. met vreemde, ongewenste bestanddelen : water; een -e bron.
2. niet schoongemaakt: -e handen.
3. bruto : de -e opbrengst van een toneelavond.
4. afwijkend van het vereiste : zijn uitspraak van het Nederlands is -; zingen, redeneren; → rijm.
5. afwijkend van oprechtheid : -e bedoelingen.

< >