(ont'mantələn) (ontmantelde, heeft ontmanteld)
1. van mantel, hulsel ontdoen.
2. van de omwalling ontdoen, de muren slechten : een vesting -.
3.van de nodige machines ontdoen : fabrieken→ de industrie -. Tgst. bemantelen.
Gepubliceerd op 13-02-2020
betekenis & definitie
(ont'mantələn) (ontmantelde, heeft ontmanteld)
1. van mantel, hulsel ontdoen.
2. van de omwalling ontdoen, de muren slechten : een vesting -.
3.van de nodige machines ontdoen : fabrieken→ de industrie -. Tgst. bemantelen.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: