('on)(-e n)
l.v. Eig.l.a. zedelijk slechte hoedanigheid : huichelarij is een afschuwelijke -. b. Algm. zedelijke slechtheid : het pad van de bewandelen; de vlieden. Tgst. braafheid.
2. Verzw. guitigheid : de zag hem uit de brutale zwarte kijkers.
II. m. en v. Metn. ondeugende (I 2) jongen, meisje: pas op, -, of ik zal je...