Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 12-02-2020

noord

betekenis & definitie

(no:rt)

I. bw.
1. uit het noorden : de wind waait, is, blijft -; ten oosten.
2. in de richting van, naar het noorden : houden, koersen.

II. o. het noorden : wandelen naar -; Noord en Zuid, Noord- en Zuid-Nederland of tijdschrift voor Noord- en Zuid-Nederland of bloemlezing uit Noord- en Zuidnederlandse schrijvers; om de [de noordzijde?] (varen), naar of in het noorden. Tgst. zuid.