Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 12-02-2020

nijdig

betekenis & definitie

('nijdoch) bn. en bw. (-er, -st)

1. Veroud. driftig, fel,vurig : een ~e werkman.
2. bits,boos,vinnig:een-e hond, kerel; zo als een spin; een karakter; hij is op je; een standje; zich maken; kijken. Syn.→boos.
3. vijandig : het lot.
4. vol nijd : Kaïn was OP Abél; op iemand.

< >