Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 12-02-2020

nering

betekenis & definitie

('ne:ring) v. (-en; nerinkje) (~ Dui. nahren, voeden]

I. Eig.1.Algm.bedrijf waarmede men zich in ’t leven houdt; zijn verliep; een drukke hebben ; verkeer en waar het volk is, is de -. → dief, tering. Syn. → ambacht, bestaan, handel.
2. Inz. haring- en walvisvangst : ter varen.

II. Metn.

1. [van 11] Eert. in Vlaanderen gild (van neringdoeners).
2. [van I 2] plaats waar haringen walvisvangst wordt uitgeoefend : op zijn zijn.