Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 12-02-2020

neerslaan

betekenis & definitie

('ne:r) (sloeg neer, neergeslagen)

I. (heeft)
1. naar beneden slaan : sla het tafelblad neer.
2. naar beneden doen bewegen : de kraag van zijn jas -; de wind sloeg de rook neer; zijn ogen uit schaamte, verlegenheid, zedigheid -, nl. de oogleden. 3. met een slag neerwerpen : de wind sloeg de toren neer.
4. een stof zich doen afzetten : de elektrische stroom kan uit een zout deeltjes -.
5. mismoedig maken : die tegenslag heeft hem erg neergeslagen.

II. (is)

1. met een slag neervallen ; de regen sloeg neer.
2. neergeslagen, afgezet worden : -de waterdamp.

< >