Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 12-02-2020

neerkomen

betekenis & definitie

('ne;r) (kwam neer, is neergekomen)

1. van de hemel op aarde komen : de Heer kwam op de Sinaï neer in vuur.
2. uit de lucht neervallen : toen kwam de regen neer.
3. op de grond komen : de kat is op haar poten neergekomen.
4. treffen : zijn hand kwam op de tafel neer; laat de schande op mij -; alles kwam op haar neer, zij moest de zorg voor alles op zich nemen.
5. uitlopen : ’t kwam op een gestadig repeteren neer; daar komt hij maar op neer, dat blijft hij maar volhouden.
6. een bepaalde bedoeling, strekking hebben : zij ontvingen een bericht dat op een oorlogsverklaring neerkwam.
7. in hoofdzaak dat zijn wat een bepaling zegt: een plan dat hierop neerkwam, dat alles moest veranderen; dat komt op hetzelfde neer.