Wat is de betekenis van neerkomen?

2024-04-16
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-16
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

neerkomen

neerkomen - Werkwoord 1. omlaag komen, omlaag vallen De projectielen kwamen neer in een buitenwijk van Kabul. 2. ~ op: uiteindelijk betekenen, kortom betekenen Een besparing van 20 procent op die kosten zou neerkomen op 46 miljoen. Woordher...

2024-04-16
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

neerkomen

neerkomen - onregelmatig werkwoord uitspraak: neer-ko-men 1. zeggen wat de bedoeling is ♢ het komt erop neer dat het feest niet doorgaat 2. vanuit de lucht op de grond of in de zee komen ♢ de ra...

2024-04-16
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Neerkomen

v., delkomme.

2024-04-16
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Neerkomen

(kwam neer, is neergekomen), 1. uit de lucht neervallen: de regen kwam kletterend neer; 2. uit de lucht dalen: waar is de vliegmachine neergekomen? 3. op de grond komen: hij is met een smak, heel onzacht neergekomen ; de kat is op haar pootjes neergekomen; 4. iem. of iets treffen: die zweepslag kwam hard op hem neer; — (fig.) dit zal op he...

2024-04-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

neerkomen

kwam neer, i. neergekomen (1 op de grond komen [door een sprong of val]; 2 iem. of iets treffen; 3 op zich moeten nemen; 4 de strekking hebben; 5 in beginsel, in hoofdzaak zijn): 1. hij kwam onzacht met een smak neer; 2. de zweep kwam neer op de naakte rug; 3. de zorgen kwamen op haar neer; 4. het ultimatum kwam hierop neer, dat; 5. dat komt alles...

2024-04-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

neerkomen

('ne;r) (kwam neer, is neergekomen) 1. van de hemel op aarde komen : de Heer kwam op de Sinaï neer in vuur. 2. uit de lucht neervallen : toen kwam de regen neer. 3. op de grond komen : de kat is op haar poten neergekomen. 4. treffen : zijn hand kwam op de tafel neer; laat de schande op mij -; alles kwam op haar neer, zij moest de zorg...

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-16
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

neerkomen

(kwam neer, is neergekomen), 1. uit de lucht neervallen: de regen kwam kletterend neer; 2. uit de lucht dalen: waar is de vliegmachine neergekomen?; 3. op de grond komen: hij is met een smak neergekomen; 4. iemand of iets treffen: die stomp kwam hard op hem neer; (fig.) dit zal op hem -, hij zal ervoor moeten boeten; alles komt op mij neer, al d...