m. (-ren; -retje)
1. Algm. vent die dwaas is inz. door kleding of gebaren: hij stond er te gestikuleren als een -. → vriend.
Syn. → dwaas.
2. Inz. eertijds, zot van een rederijkerskamer of aan een vorstelijk hof: een in zijn pak met belletjes.