Bijvorm van dial.: narren; Du.: nerren, een klanknabootsend woord. Vgl. ‘mar’ van het met 'narren' verwante 'marren' of ‘morren’. Het woord betekent: knorrig, gemelijk, verdrietig, iezegrimmig zijn
Zeer gemakkelijk hebben kunnen nagaan. Eigenlijk: eenvoudig te berekenen zijn door middel van zijn vingers en niet door de omslachtige berekeningen op papier