Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 12-02-2020

naar (divers)

betekenis & definitie

('na:r)

I. vz. [komp. van na, dichter erbij]
1. in de richting van: huis; school; de kerk gaan; hij is vandaag Antwerpen; ik weet waar pa toe is; achteren, beneden, binnen, boven, omhoog, onderen; de kant van de grens; iets zich toe trekken; zijn stad verlangen, hunkeren; allerlei dingen vragen.
2. overeenkomstig, volgens: verkiezing, wens; kleren maat; de letter spreken; naar verhouding van; de grootte, de mate van...; behoren; tekenen de natuur; een gravure een schilderij; handel zijn raad; iets waarheid beschrijven; een roman het Engels bewerkt; (een gedicht) Gezelle; zich iemand schikken; zich niet elkaar kunnen voegen; iemands pijpen dansen. Gez. dat is er -, dat hangt ervan af; dat is er ook -, is alles behalve wat het zijn moet; dat lijkt nergens -, is zeer ongepast, lelijk; iemand heten, dezelfde naam dragen.
3. wat betreft: ziel en lichaam.

II. vgw.

1. naarmate (dat): reders die bevrachting kregen, zij aan de beurt kwamen.
2. gelijk, zoals: men zegt, wil; het schijnt; de berichten melden; een talent, dat, ik geloof, hem gegeven is.

< >