Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 12-02-2020

moeren

betekenis & definitie

('moerən) (moerde, heeft gemoerd)

1. moer (II) opbaggeren : zij zijn aan ’t in ’t ven.
2. uitvenen : drassig land -.
3. Veroud. troebel maken.
4. poken : in de kachel -.
5. foeteren : wat zit je toch te -?
6. Stud. loswerken en meenemen : ’s nachts bellen -.
7.Stud. meepakken : gemoerde stokken.

< >