Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 12-02-2020

misdoen

betekenis & definitie

1 .('miz) (deed, deden mis; heeft misgedaan) verkeerd doen : hij heeft het weer misgedaan.

2. (’doen) (misdeed, misdeden ; heeft misdaan) door iets te doen, verkeerd, zondig handelen : bij zijn ouders kan hij niet -; aan, in iets -; nog niets misdaan hebben; wat heeft hij u misdaan? misdaan hebben tegen de wetten; tegen iemand -; God vergeving vragen voor wat je aan je ouders misdaan hebt.

< >