Wat is de betekenis van misdoen?

misdoen - Werkwoord 1. (ov) een slechte daad plegen ♢ Maar wat is je misdaan dat je zo huilt, m'n kind? Woordherkomst samenstelling van mis en doen

misdoen - onregelmatig werkwoord uitspraak: mis-doen 1. onrechtvaardig behandelen ♢ik heb jou toch niets misdaan? Onregelmatig werkwoord: mis-doen ik misdoe jij/u misdoet ...

doen wat in strijd is met de wet of een norm Ik zal u niets misdoen. Ge moet mij alleen naar Leuven voeren, en daar moet ge mij een uurtje helpen, dat is alles. (Tom Lanoye, Alles moet weg) In de onverbogen vorm is dit werkwoord buiten België zeldzaam. Het voltooid deelwoord 'misdaan' komt wel algemeen voor. Belgisch...

misgedoen, verkeerd doen.

v., misdwaen; iem. iets —, immen eat dwaen, misdwaen.

(misdeed, heeft misdaan), 1. kwalijk handelen, zondigen: indien ik misdaan heb, moge mij God vergeven; 2. in strijd met de wet handelen : wat had hij misdaan, dat hij zo zwaar is gestraft? 3. beledigen, onrecht aandoen: ik vergeef u alles, wat gij mij misdaan hebt.

I. deed mis, heeft misgedaan; verkeerd doen: al wat hij doet, doet hij mis; hij heeft het heel en al misgedaan; II. misdeed, heeft misdaan; door iets te doen verkeerd handelen; zich vergrijpen; kwaaddoen: wat heeft hij misdaan?

1 .('miz) (deed, deden mis; heeft misgedaan) verkeerd doen : hij heeft het weer misgedaan. 2. (’doen) (misdeed, misdeden ; heeft misdaan) door iets te doen, verkeerd, zondig handelen : bij zijn ouders kan hij niet -; aan, in iets -; nog niets misdaan hebben; wat heeft hij u misdaan? misdaan hebben tegen de wetten; tegen iemand -; God ver...

...