('minddrən) (minderde,heeft geminderd)
I. (heeft)
1. Algm. minder, kleiner maken : zeil -.
2. Inz. bij het breien het aantal steken verminderen : een kous -. Tgst. meerderen.
II. (is) minder, kleiner worden, afnemen : ons bier is mooi aan ’t -.