('mettən) mv. [Lat. matutinus, vroeg] Kat. eerste gedeelte van het dagelijks breviergebed, in drie nokturnen verdeeld, en hoofdzakelijk uit psalmen en lessen bestaande: de bidden, zingen. Gez. donkere —, metten, de drie laatste dagen van de Goede Week, waarbij 13 kaarsen branden, waarvan 12 achtereenvolgens onder het officie worden gedoofd; iemand de lezen, hem scherp berispen; korte maken, weinig omslag met iets maken.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk