Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 12-02-2020

meniscus

betekenis & definitie

(mə’niskus) m. (-sen) [Lat. < Gr. mèniskos vklw. van mènè, maan]

1. Algm. halvemaanvormig lichaam. Syn. maanglas.
2. Inz.
a. lens die aan de ene zijde bol, aan de andere hol is.
b. bol of hol gebogen oppervlak van een vloeistof in een nauwe buis. → capillariteit.

< >