(me:l) o. [malen]
I. Eig. 1. poeder van gemalen graan : een zak -; rogge-, tarwemeel; grof, fijn, gebuild de fijnste soort van heet bloem.
2. Uitbr. poeder van gemalen of verbrijzelde zaden of aardappelen : van bonen, erwten ; aardappel-. II. Metf. witachtig poeder van andere stoffen : stuif-, zagemeel.