('massa) I v.(-’s) [Lat. < Gr. maza, geknede klomp]
I. Eig. 1. toebereide stof, specie voor de vervaardiging van iets : de gesmolten voor de glasfabrikatie.
2. Uitbr. klomp : een goud, zilver.
II. Metf. [van I 2] 1. Algm. groot geheel : -s van groen, van wolken.
2. Inz. a. stoffelijk lichaam zonder leven : de verongelukte was slechts een vormloze -.
b. Natk. hoeveelheid stof in een lichaam voorhanden : van twee lichamen zijn de gewichten evenredig met de -s. → TB. EENHEDENSTELSELS 2.
c. geheel door verschillende posten, percelen gevormd : een aanbesteding in -; zijn huis komt in de (bij een faillissement) ; de failliete -.
d. ongeordend, ongeregeld geheel: een verwarde een boeken. Syn. → hoop.
e. groot aantal: een mensen, volk; bu -s; de -, de grote hoop. het vulgus.
II m. (-’s) [negertaal] (aanspreekvorm voor) meester.
III (Massa) stad in Italië 40.000 inw.